Sate
Sate manis
500 g mals rundvlees
2 sjalottes
2 teentjes knoflook
2 theel. goela djawa
1 theel. zout
1 1/2 eetl. ketjap
1 citroen ( sap )
1 eetl. boter
8 satestokjes
Het vlees in dobbelsteentjes snijden. De sjalottes en knoflook fijnsnijden en kneuzen met de goela djawa en zout, dan in de gesmolten boter en ketjap roeren ( niet op vuur ), citroensap erbij en het gesneden vlees er goed inmengen. Ongeveer een half uur laten staan en dan aan de satestokjes rijgen. Even voor het eten de sate roosteren. Beschikt u niet over een saterooster, dan kunt u de sate in een grill roosteren. Hiertoe de grill 10 minuten voorverwarmen, de satestokjes precies onder het grill- element plaatsen, met de uitlekbak eronder.
Vijf minuten roosteren; de sates draaien, zodat de andere kant nu ook vijf minuten kan roosten.
U kunt deze sate met de bekende sate katjangsaus eten, maar ook met sambel ketjap. Bij de rijsttafel serveren met bijvoorbeeld sajoer lodeh.
Sate Ketjap
2 sjalottes en twee ontpitte lomboks heel fijn snijden en in een kommetje of diepe schaal mengen met drie eetlepels ketjap, wat zout, 1 theelepel suiker en citroensap of een eetlepel azijn.
Sambel Katjangsaus
100 g zelfgebakken pinda's of 2 volle eetl. pindakaas
50 g santen
2 sjalottes
1 teentje knoflook
2 a 3 ontpitte lomboks
3 djeroekpoeroetblaadjes
1 theel. trassi
1 theel. goela djawa
1 theel. asem
1 theel. zout
2 theel. ketjap
De gebakken pinda's door de vleesmolen halen of de pindakaas met een kopje water op zacht vuur aan de kook brengen en de santen hierin smelten. De fijngesneden sjalottes, knoflook en lombok met de djeroekpoeroetblaadjes kneuzen en dan met de trassi, goela djawa, asem, zout en ketjap in de pindasaus roeren.
Goed aan de kook brengen ( steeds op zacht vuur ). Drie minuten laten sudderen en het sausje is klaar.
Sate pentol ( sate van fijngemalen vlees )
500 g mals varkensvlees
3 eetl. geraspte kokos
2 eieren
2 kemiries
1/2 theel. ketoembar
1/2 theel. djinten
1 theel. trassi
2 ontpitte lomboks
2 sjalottes
1 teentje knoflook
1 theel. suiker
2 theel. zout
1 theel. asem
8 satestokjes
olie
Het vlees fijnmalen en met de kokos en geklopte eieren mengen. Kneus in een kom de kemiries, ketoembar, djinten, trassi, lombok, sjalottes, knoflook, suiker, zout en asem.
Meng dit alles door het vleesmengsel en vorm er 8 rollen van ( kroketvorm ).
Hier doorheen de satestokjes steken en in ruim olie bruin bakken.
Opdienen met warme rijst en sajoer menir of sajoer asem, komkommer en kroepoek en voor de liefhebbers sambal.
Sate babi ( sate van varkensvlees )
500 g mals varkensvlees
2 sjalottes
2 teentjes knoflook
1 theel. ketoembar
1 mespunt laospoeder
1 theel. zout
1 theel. djahepoeder
1 theel. asem
1 theel. goela djawa
2 eetl. boter
2 eetl. ketjap
satestokjes
Het vlees aan dobbelsteentjes snijden. De sjalottes en knoflook fijnsnijden en kneuzen met de ketoembar, laos, zout, djahe, asem en goela djawa. De boter even smelten, van het vuur halen en de kruiden met de ketjap er in roeren. Het vlees nu hier in mengen en ongeveer een half uur laten staan. Aan de stokjes rijgen en roosten, zoals aangegeven bij de sate manis.
Deze sate kan ook met katjangsaus gegeten worden of met sabel djeroek. Sambel djeroek kunt u maken van een paar eetlepels ketjap, waar doorheen u wat sambel oelek en citroensap mengt. Of voor de liefhebbers van scherpe spijzen een dozijn lombok, rawits.
Serveer met rijst en bijvoorbeeld jaoer kerrie of alleen met rijst en wat verse komkommer en mata sapi.
Sate ajam ( kip )
1 of 1/2 vette kip
zout naar smaak
1 theel. peper
1 1/2 eet. ketjap
1 citroen ( sap )
2 eetl. boter
satestokjes
De kip van het been ontdoen en in blokjes snijden. De gesneden stukjes kip met het sausje van de gesmolten boter, ketjap, peper, zout en citroensap mengen. Laat het een half uur staan en rijg het aan de stokjes.
Het roosteren op dezelfde wijze als aangegeven voor de voorgaande sate recepten, maar dan voor het roosteren een tijdsduur van 3 minuten aan iedere kant nemen. Ook deze sate kan gegeten worden met katjangsaus.
Sate boemboe koening ( gele sate )
500 g mals rundvlees
3 kemiries
2 sjalottes
2 teentjes knoflook
2 ontpitte lomboks
1 theel. trassi
1/2 theel. ketoembarpoeder
8 satestokjes
2 theel. koenirpoeder
1 mespuntje laospoeder
1 theel. asem
1 theel. goela djawa
1-2 theel. zout
2 eetl. boter
100 g santen
Het vlees in dobbelsteentjes snijden. De kemiries met de fijngesneden sjalottes en knoflook, lombok, kneuzen, hierbij de trassi, ketoembar, koenir, loas, asem, goela djawa en zout toevoegen. Het geheel in de boter fruiten, niet te bruin, een kopje heet water bijgieten en de santen er in smelten, laten doorsudderen op zacht vuur, totdat er een olielaagje aan de oppervlakte wordt gevormd en het op een papje begint te lijken, mag niet droog worden.
Haal het pannetje van het vuur en meng de stukjes vlees er in. Na een uur het vlees aan de satestokjes rijgen en roosteren. Deze sate is genoeg gekruid en wordt zonder katjangsaus gegeten. Wat atjar ketimoen en sambel goreng, boontjes of kool en u heeft een perfekt maal.